Candice De Windt: 1 jaar zorgambassadeur

Een jaar geleden nam Candice De Windt de fakkel over van Lon Holtzer die met pensioen ging, als Vlaamse Zorgambassadeur. En die opdracht is sindsdien ook breder: ze is ook welzijnsambassadeur! Dat er veel werk op haar bord ligt, is evident. Dat Candice alvast de zaken aanpakt, en nog veel opportuniteiten ziet, is een feit! Volgens Candice is dat alleen maar een voordeel: “Er zijn heel veel raakvlakken en ik zie echt een ‘common ground’ in mensen die kiezen voor zorg en welzijn.”

Met Careēr lanceerde ze dan ook samen met Vlaams minister Crevits en de sociale partners een bijzondere campagne, of beter gezegd de start van een duidelijke nieuwe branding. Uiteindelijk is het de bedoeling het merk Careēr een heel breed en systematisch gekend merk te maken voor zorg en welzijn. Een lange termijn project dus. Het gaat over een kwaliteitslabel: een gemeenschappelijke professionele noemer. Maar ook over meer dan dat: iedereen in onze maatschappij, moet zich kunnen identificeren met het merk Careēr. Kortom, het gaat om een beweging.

Dat de markt kreunt onder een arbeidstekort, is een open deur in trappen. “We pakken het dan ook gefaseerd aan: nu belichten we bijvoorbeeld de zes belangrijkste knelpuntberoepen: verpleegkundige, zorgkundige, verzorgende, persoonsbegeleider, kinderbegeleider en logistiek medewerker in de zorg.” Dat bouwt ze stelselmatig verder uit met andere beroepen en opleidingen. Maar ook gelaagd: “Het is een kwestie van in te zetten op verschillende terreinen. Zo richten we onze pijlen op het onderwijs en de doorstroming naar zorg en welzijnsjobs. Maar evengoed inclusie en diversiteit vormen een belangrijk onderdeel van dit traject. Hiervoor zijn we heel gericht in overleg met de betrokken sociale partners voor een gepaste aanpak.” Haar ultieme voorbeeld? Kijk naar het “merk” STEM. Tot 10 jaar geleden wist niemand wat dit was, nu is het ingeburgerd en zichtbaar. En vooral: ze trekken jonge mensen aan naar deze richtingen.

Uitdagingen genoeg!

Dat er nog heel wat structurele oplossingen moeten worden gevonden, staat buiten kijf. Candice haalt het voorbeeld aan van mensen die zich willen heroriënteren. “Dat loopt niet altijd zo evident als we verwachten. Wens je een opleiding te volgen om vervolgens aan de slag te gaan in zorg en welzijn? Dan moet je voor bepaalde trajecten eerst werkloos zijn voor je hiervoor in aanmerking komt. Niet echt drempelverlagend! Mensen die momenteel werkzekerheid hebben en 25 jaar anciënniteit, maar wel de afweging maken en goesting hebben voor een job in deze sector, zouden makkelijker met behoud van zekerheid deze opleiding moeten kunnen volgen.”

“Ook zo met jobhoppen, iets van nu,” gaat Candice gedreven verder, “We merken dat we minder en minder mensen hebben die hun hele leven lang bij dezelfde werkgever blijven. Dat is ook niet erg, zolang ze maar blijven kiezen voor de zorg- en welzijnssector. Maar we missen daarin cijfers en inzichten. Die data moeten we centraal nog beter organiseren en structureren: cijfers die ons kunnen helpen om gerichter te gaan werken in de toekomst.”

“Als we het concreet over de eerste lijn hebben,” vult Candice snel aan, “zie ik een enorme evolutie in de eerstelijnszones. Ze hebben fantastisch werk geleverd tijdens de corona-epidemie. Een feit is, dat diezelfde crisis die voor evolutie zorgde, er bij die mensen ook wel op inhakte. Daarom blijf ik oproepen, naar de brede eerste lijn, om de fierheid op hun job mee(r) uit te dragen. De campagne ondersteunt daarin, maar de kracht van onze sector zijn de mensen zelf. Mensen kiezen met hart en nieren voor een job in onze sector. En die motivatie maakt van hen de sterkste ambassadeurs. En dat is een taak van ons allemaal! De positieve beeldvorming van zorg en welzijn moeten we met z’n allen aanpakken: er fier over praten!”

Daarom blijf ik oproepen, naar de brede eerste lijn, om de fierheid op hun job mee(r) uit te dragen. De campagne ondersteunt daarin. Dé kracht van onze sector zijn de mensen zelf. De positieve beeldvorming van zorg en welzijn moeten we met z’n allen aanpakken door er fier over te praten!

Elke dag ziet er anders uit!

Zelf heeft De Windt een achtergrond als verpleegkundige, en ging ze als stafmedewerker in een psychiatrisch ziekenhuis aan de slag. Nadien doceerde ze aan de Odisee Hogeschool en later ging ze aan het werk als directeur onderwijs en onderzoek.

“In zorg en welzijn krijg je zo’n brede basis mee waardoor heel veel kan. Elke dag ziet er weer anders uit. Het is vooral een bijzonder boeiend terrein, met warme gedreven mensen. Ook de transparantie bij elke ontmoeting is fantastisch en vooral heel authentiek. Iedereen gaat open in gesprek en we kunnen de zaken benoemen zoals ze zijn. Alleen zo kunnen we immers vooruitgang maken.

Zo was ik recent op bezoek in een centrum voor bijzondere jeugdzorg. Daar merkte ik een fruitmand op, in functie van gezonde voeding. En toen kwam het verhaal dat sommige jongeren in hun thuissituatie een gebrek aan gezonde voeding hebben. Gezonde voeding zorgt voor preventie en vormt een basiselement in hun werking.  Ook dergelijke initiatieven onder de aandacht brengen, zie ik als een taak. Dat geeft aan dat we, op elk niveau, in Vlaanderen met een aantal heel mooie dingen bezig zijn met veel drive. Ik merk wel op dat het voor een buitenstaander niet altijd duidelijk is wat er nu allemaal gebeurt. Overal waar ik kom, tracht ik dat zeker mee te geven.”

De toekomst?

“De verdere implementatie van technologie is een gigantische kans waar we nu werk van moeten maken. En neen, technologie niet om de technologie, maar als ondersteuner. Als middel om onze doelen te bereiken en kwaliteitsvolle en toegankelijke zorg te organiseren. Het moet meer geadopteerd worden in onze sector. Het wordt nu nog te vaak aanzien als iets dat heel veel geld kost. Maar we gaan in de toekomst niet meer zonder technologie kunnen en dus moeten we nu mensen meenemen in het digitaal traject. We moeten een veilige context creëren om dingen uit te proberen, en dat zal op termijn geld besparen. Er zijn voorbeelden legio: binnen dermatologie wordt de patiënt een speciale bril opgezet, waardoor de dokter vanop afstand mee kan kijken. Hierdoor hoeft de patiënt zich niet te verplaatsen, en zorg je voor een solide opvolging en dus minder risico op ongevallen, minder verkeer,…”

Preventie op het terrein: zorgraad ZORA zet in op Bewegen Op Verwijzing

VIVEL neemt sinds 2022 een preventie-opdracht op, met als doel preventie meer ingang te doen vinden in de brede eerste lijn. Zo bieden we ook  ondersteuning aan zorgraden, bv in het kader van het voeren/bijdragen aan een preventief gezondheidsbeleid. Om deze ondersteuning op maat te bieden, organiseerden we daarom een preventiebevraging waarbij we zicht kregen op alle lopende acties binnen de zorgraden. Daarbij beslist elke zorgraad finaal zelf op welke acties en thema’s wordt ingezet. Bij zorgraad ZORA wordt de aandacht gericht op het project Bewegen Op Verwijzing.

Bewegen Op Verwijzing helpt mensen met een gezondheidsrisico op weg naar een actiever leven door professionele coaching van een Bewegen Op Verwijzing-coach en een beweegplan op maat. Met een verwijsbrief kan er contact opgenomen worden met een coach en wordt tijdens een gesprek een persoonlijk beweegplan opgemaakt.

Zorgraad ZORA zetten een goede samenwerking op met verschillende betrokken actoren zoals huisartsen, kinesitherapeuten, diëtisten, bewegen op verwijzing coaches, lokale besturen en logo Antwerpen. Daarenboven slaan de 7 Antwerpse eerstelijnszones hiervoor de handen in mekaar.

Wij gingen luisteren waarom ze voor dit thema kozen en hoe ze deze sterke samenwerkingen opzetten en uitbouwen.

Waarom zetten jullie in op Bewegen Op Verwijzing (BOV)?

Onze eerstelijnszone vindt het belangrijk om in te zetten op preventieve zorg. Het project Bewegen Op Verwijzing kadert in dit thema en geeft mensen de mogelijkheid om samen op zoek te gaan naar een laagdrempelig beweegaanbod dat het best past bij de noden. Ook personen met een verhoogde tegemoetkoming worden bereikt met dit project door de aangepaste tarieven. Als Eerstelijnszone willen wij inzetten op een zo breed mogelijk publiek en het Bewegen Op Verwijzing-project (BOV-project) voldoet volledig aan deze doelstelling. We stimuleren zoveel mogelijk de huisartsen om patiënten, waarvan zij denken dat bewegen op verwijzing een meerwaarde zou zijn, door te verwijzen naar de BOV-coaches. Het project ‘ actueel houden’ bij huisartsen en specialisten (want ook zij kunnen nu doorverwijzen) blijft een must om een zo breed mogelijk publiek te bereiken.

Hoe houden jullie het project levendig bij alle betrokken actoren?

We doen dit op verschillende manieren: ten eerste gaat onze BOV-coach op regelmatige tijdstippen langs bij de verschillende huisartsenpraktijken binnen onze regio met folders of ander promotiemateriaal. Bijkomend zetten we in de nieuwsbrief van de huisartsenkring het project regelmatig in de kijker. Ook hebben we een huisarts in onze stuurgroep die het project regelmatig promoot bij de collega-artsen. In 2021 organiseerde we een navorming waarbij één van onze coachen spreker was en het BOV-project toegelicht werd. Er werd toen ook een succesvolle stand voorzien met promotiemateriaal.

Welke partners hebben jullie hierbij betrokken?

Eerst en vooral werkten we dit project uit met de 7 Antwerpse Eerstelijnszones (Antwerpen-Noord, Antwerpen-Zuid, Antwerpen- Centrum, Antwerpen -Oost, Voorkempen, Noorderkempen en ZORA). Er ontstond vorig jaar het idee om de krachten te bundelen en samen een Webinar te organiseren waarin we ook het project Bewegen Op Verwijzing in de kijker konden zetten. Zo hebben we meer schaalgrootte en impact.

Daarnaast betrokken we het LOGO, de verschillende BOV-coachen, thuiszorg en verschillende zorgverleners die met bewegen te maken hebben (diëtisten, podologen, ergotherapeuten, kinesisten, huisartsen, …).

Het fundament om het project goed te kunnen uitrollen? Zorg voor een dynamische stuurgroep met verschillende stakeholders.

Jullie slaagden er duidelijk in om heel wat zorgverleners te motiveren rond Bewegen Op Verwijzing. Wat was jullie geheime wapen?

Ik denk dat het enthousiasme om hier samen iets rond te organiseren en het brede netwerk dat we hebben binnen de zeven Antwerpse ELZ hier zeker tot bijgedragen hebben. Met een gemeenschappelijk doel creëer je heel wat draagvlak om iets te bereiken.

Verder is er in jullie regio een pilootproject vanuit het UZ Antwerpen dat op de planning staat voor bewegen op verwijzing voor kinderen en jongeren (-15jaar). Wat is het doel van dit pilootproject?

Het aanbieden van een laagdrempelig beweegaanbod bij jongeren (-15 jaar). Hier denken we specifiek aan Muco-patiënten en andere kinderen op de afdeling pediatrie waarbij bewegen op een laagdrempelig niveau een meerwaarde is binnen een bepaald behandeltraject. Rudi Frankinouille (sportfysioloog UZA) en zijn collega zullen binnenkort de opleiding volgen tot BOV-coach en dan zo snel mogelijk aan de slag gaan met de implementatie van het project.

Noot: Momenteel is er nog geen mogelijkheid dat -15-jarige (16 en 17-jarige kunnen wel deelnemen aan het project mits toestemming van de ouders of voogd) deelnemen aan het project, daarom start binnen UZA binnenkort een pilootproject dat ook deze doelgroep wil bereiken.

Wat is de rol van de zorgraad?

De rol van de zorgraad bestaat uit het opvolgen en sturen van het project binnen onze zone. De stafmedewerker krijgt de ruimte en tijd om voor dit project een trekkersrol op zich te nemen.

Stafmedewerkers hebben heel veel rollen te combineren, hoe slagen jullie erin om ruimte en tijd vrij te maken voor preventieve thema’s?

Onze zorgraad heeft vorig jaar deelgenomen aan het sciroccotraject waaruit 3 thema’s naar voor zijn gekomen om dit jaar mee aan de slag te gaan: wonen, psychologische zorg en tandzorg. Door deze thema’s op een projectmatige manier aan te pakken, trachten we een groter draagvlak te creëren. Als stafmedewerker zullen we op deze manier een rol opnemen waarin we de projectgroep activeren en opvolgen. De bedoeling is dat er per projectgroep iemand de trekkersrol opneemt waardoor wij als stafmedewerker voldoende ruimte hebben om ook nog andere taken op te nemen. Zo zouden wij dit jaar heel graag van start gaan rond het thema tandzorg waarbij we nu met de zorgraad aan het bekijken zijn welke stakeholders we hiervoor nodig hebben. Het zou fijn zijn om ook hier de krachten te bundelen met onze collega’s uit de andere eerstelijnszones.

Zijn er tips die jullie zeker willen meegegeven?

Het fundament om het project goed te kunnen uitrollen? Zorg voor een dynamische stuurgroep met verschillende stakeholders. In onze stuurgroep zijn volgende zorgverleners/organisaties lid: kinesist, huisarts, het LOGO, Lokale besturen (vrijetijdsdienst en sport, verantwoordelijke GEZEL Kontich, OCMW diensten), UZA,..  De stuurgroep komt 3 tot 4x/jaar samen. Ook een goede samenwerking met het LOGO en de coaches is zeker een meerwaarde voor het project. Hier is op regelmatige basis overleg nodig. En tot slot: een duidelijke visie en verwachtingen van het project zijn eveneens van groot belang om doelgericht te kunnen werken en zelf te evalueren.

Voorbeschouwing – Webinar: Psychologische zorg in de eerste lijn

De RIZIV-conventie psychologische zorg in de eerste lijn heeft als doel psychologische zorg toegankelijk maken, op het niveau van het opstarten, én op het niveau van de prijs.

Van op het terrein pikten we op dat dit nog extra vragen met zich meebrengt, bv tot welke doelgroepen richt zich dit traject? En hoe kan men gepast de juiste informatie aanreiken naar psychologische zorg in de eerste lijn?

Daarom organiseren we samen met onze partners op 25 april om 20u een webinar met één doel: duidelijkheid geven! Je kan je nu nog inschrijven

In aanloop van dit webinar, legden we enkele cruciale vragen voor aan Sarah Morsink (expert psychologische zorg in de eerstelijn, PhD). Daarnaast vulde Nathalie Haeck (geconventioneerd psycholoog en coördinator ELP Academie) deze aan met concrete voorbeelden uit de praktijk. 

Wanneer komt iemand in aanmerking voor een behandeling Eerstelijnspsychologische zorg?

Eerstelijnspsychologische zorg is gericht op het versterken van het eigen psychologisch welzijn of steun te bieden aan de mensen om zich heen, maar ook op het verduidelijken van de hulpvraag of klacht, om de verergering ervan te voorkomen of behandeling van onderliggende problemen die een belangrijke impact hebben op het functioneren. Deze zorg is bedoeld voor personen met lichte tot matige psychische problemen. Binnen deze doelgroep, en analoog aan het quintuple aim, gaat de aandacht prioritair naar de meest kwetsbare doelgroepen voor wie de drempel naar psychologische zorg als hoger wordt ervaren. De drempel kan betrekking hebben op socio-financiële, leeftijdsgerelateerde, psychische, culturele of andere elementen.

Hoe weet ik als psycholoog wanneer ik iemand binnen of buiten geconventioneerde uren moet zien?

Met het huidige budget kan niet voorzien worden in een volledig aanbod eerstelijnspsychologische zorg. Daarom werd er bepaald dat de prioriteit ligt op personen van kwetsbare doelgroepen. Deze groepen worden geïdentificeerd aan de hand van een uitgebreide populatie-analyse waar de noden van de populatie in een bepaalde regio en hiaten in het reeds bestaande aanbod in kaart worden gebracht. De verstrekker zal bij voorkeur zijn zorg binnen de conventie zo organiseren dat de instroom van een welbepaalde kwetsbare doelgroep optimaal is. Dit kan onder andere door nauw samen te werken met preferentiële partners, op vindplaatsen zorg te voorzien waar de doelgroep zich reeds bevindt, het aanbod aan te passen aan de doelgroep en op een correcte manier bekend te maken. Natuurlijk is een goede indicatiestelling belangrijk. Om dit te garanderen worden er globale vormingen ontwikkeld die de verstrekker ondersteunen om toeleiding en triage te optimaliseren.

Het aanbod is gericht op kinderen, adolescenten en volwassenen, zonder leeftijdsgrens, die een hulpvraag hebben die wijst op milde tot matige problemen. Wat zijn matige of milde problemen? 

Uit wetenschappelijk onderzoek (KU Leuven, Prof. Dr. Ronny Bruffaerts et al) blijkt dat de prevalentie van de psychische problematiek bij de Belgische volwassen bevolking (18+) als volgt is verdeeld: 67 % vertoont geen enkel psychisch probleem, 18 % lichte tot milde psychische problemen, 9 % milde tot matig ernstige problemen – psychische stoornis, 4 % complexe psychische stoornis(sen) en 2 % ernstige psychische aandoeningen.  Bij kinderen en jongeren is die ‘tussengroep’ nog iets groter. We kunnen dit zien als psychische klachten die wel een impact hebben op het functioneren van een individu, maar nog niet in die mate dat die persoon gedurende een langere periode schooluitval of werkverzuim vertoont. Er is echter wel een impact op het welbevinden van die persoon, waardoor hulp zeker aangewezen is om te voorkomen dat die problemen escaleren. Enkele veel voorkomende problemen die we zien in de praktijk zijn angstklachten (bv piekeren, faalangst), depressieve klachten, problemen op vlak van zelfbeeld, (beginnende) eetproblemen, problemen op vlak van omgaan met emoties, stressklachten, sociale problemen, identiteitsproblemen en levensfaseproblemen en problemen op vlak van impulscontrole.

De conventie richt zich ook specifiek op de doelgroepen die door de Hoge Gezondheidsraad als kwetsbaar werden aangeduid tijdens de Covid – 19 pandemie: welke zijn deze precies? 

De basis van de conventie was het protocolakkoord gesloten door de verschillende regeringen van ons land betreffende de gecoördineerde aanpak voor de versterking van het psychisch zorgaanbod in het kader van de COVID-19 pandemie. Dit akkoord beroept zich op de Hoge Gezondheidsraad voor de identificatie van belangrijke kwetsbare doelgroepen zoals waaronder kinderen en ouders in kwetsbare gezinnen, jongvolwassenen, mensen met multimorbiditeit, mensen met reeds bestaande geestelijke gezondheidsproblemen inclusief personen met een mentale handicap, medewerkers in gezondheidszorg en welzijn, sociaal uitgesloten groepen, zelfstandigen en loontrekkenden met risico tot arbeidsongeschiktheid, mensen met langdurige klachten na een COVID-19 infectie, mensen die een dierbare hebben verloren, financieel kwetsbare groepen. Dit is zeker geen exhaustieve lijst. De opeenvolgende gezondheids-, sociale en financiële crisissen tonen aan dat over tijd nieuwe ‘kwetsbare doelgroepen’ geïdentificeerd kunnen worden, met het actuele voorbeeld van Oekraïense vluchtelingen. Wat als een kwetsbare doelgroep beschouwd kan worden is ook regio-afhankelijk.

Ook mensen met een reeds bestaande geestelijke gezondheidsprobleem zijn een doelgroep. Hoe definieer je deze? 

Lichte tot matige psychische problemen refereren vooral naar de huidige hulpvraag van een cliënt. Een vraag naar versterken van de eigen weerbaarheid of omgaan met stress kan passen binnen een eerstelijnspsychologisch traject, ook als de cliënt een onderliggende reeds gestabiliseerde problematiek zou hebben waarvoor hij in het verleden al in behandeling is geweest. Dit psychologische zorgaanbod betreft een aanvulling op het reeds bestaande aanbod in de geestelijke gezondheidszorg. We hopen met dit nieuwe aanbod vooral ook burgers voor wie de stap naar zorg momenteel te groot is, toch te kunnen aantrekken voordat hun problematiek kan escaleren.

Hoe identificeer je de kwetsbare doelgroepen als psycholoog bij je intakegesprek? Zijn hier bepaalde tools of handvaten voor?

Tijdens een intakegesprek is dit heel moeilijk om te doen. In een eerste gesprek wil je vooral de problematiek bespreken en de hulpvraag verkennen. Daarnaast wil je ook een vertrouwensrelatie opbouwen. Om te kijken of iemand in aanmerking komt voor de hulp vanuit de conventie is het dus belangrijk om hier in de fase van aanmelding bij stil te staan. Ook de verwijzers (huisartsen, CLB’s, OCMW’s, andere eerstelijnsactoren) hebben hierbij een belangrijke taak. En het is bovendien niet altijd haalbaar om bij elke individuele cliënt af te toetsen of die zeker tot een kwetsbare doelgroep behoort. Wie deze kwetsbare doelgroepen zijn is gebaseerd op de een grondige populatie-analyse per regio. Wat belangrijk is, is dat we als groep van klinisch psychologen en orthopedagogen samen met de eerstelijnsactoren binnen de eerstelijnszones en de netwerken geestelijke gezondheidzorg deze toeleiding naar de zorg vanuit de conventie organiseren. En dat we er samen voor zorgen dat die kwetsbare doelgroepen zeker de zorg krijgen die ze nodig hebben. Het is een echt ‘wij’ verhaal en geen individueel verhaal. Hiervoor is ook het groepsaanbod heel belangrijk dat in de meeste regio’s nu heel goed op kruissnelheid komt! Via een laagdrempelig groepsaanbod van cursussen en trainingen, kunnen we meer mensen bereiken.

Hoe verloopt precies het doorverwijsproces naar ELP?

De eerstelijnspsycholoog (ELP-functie) is rechtstreeks toegankelijk. Een verwijsvoorschrift is dus niet nodig. De gespecialiseerde functie is enkel toegankelijk wanneer een functioneel bilan uitwijst dat een gespecialiseerde aanpak nodig is. Het functioneel bilan is een werk- en communicatie-instrument dat wordt opgesteld tussen de hulpverlener(s) en de zorggebruiker en zijn/haar context. Het wordt opgesteld met alle relevante hulpverleners en de cliënt (in zijn/haar context), en minstens een geconventioneerde klinisch psycholoog en een arts. Het bilan geeft een overzicht van de huidige situatie (sociaal, medisch, psychologisch, psychiatrisch…) van de gebruiker in zijn/haar context inclusief relevante voorgeschiedenis of antecedenten, en geeft een indicatie welke soort zorg of hulp gewenst is.

Om de drempel naar eerstelijnspsychologische zorg zo klein mogelijk te houden, wordt er ingezet op een vlotte toeleiding. Dit wil zeggen dat bestaande vertrouwenspersonen of professionele zorg- en hulpverleners die een nauwe band hebben met personen met (een verhoogd risico op) lichte tot matige psychische problemen, zo maximaal mogelijk geïnformeerd worden. Daarnaast wordt eerstelijnspsychologische zorg zoveel als mogelijk aangeboden in natuurlijke ‘vindplaatsen’, waar de doelgroep met lichte tot matige psychologische problemen zich reeds bevindt.

Het ELP aanbod is nu volop in uitrol. Zijn er voldoende eerstelijnspsychologen ter beschikking? 

Over heel België waren er in januari er reeds 3276 conventies gesloten met klinisch psychologen en orthopedagogen. Dit wil zeggen dat in januari ongeveer 80% van het totale contingent reeds  ter beschikking stond van de burger. Het aanbod groeit maandelijks nog aan met ongeveer 6-10%. We zitten dus bijna op kruissnelheid. In de regel is de maximum wachttijd voor zorg maximum een maand na aanmelding.

Zijn er nog stappen die in de toekomst gaan gezet worden in dit dossier? 

Vanaf de aanvang begin 2022 is er een 2-sporenbeleid bewandeld waar enerzijds zo snel mogelijk het volledige contingent aan psychologische zorg beschikbaar wordt gemaakt voor de bevolking. Anderzijds, wordt de kwaliteit van zorg geoptimaliseerd via een groeipad naar vindplaatsgericht werken, groepsaanbod, inclusie van ervaringsdeskundigen, integratie van zorg, … . We kunnen dus verwachten dat dat soort aanbod stelselmatig zal toenemen. Eind 2023 zal de conventie in zijn huidige vorm een uitgebreide evaluatie ondergaan gebaseerd op een wetenschappelijke analyse, ervaringen vanuit het terrein en voortschrijdend inzicht.

Kom jij naar het webinar?

Op 25 april 2023 geven we een webinar.

Bedoeling? Na dit webinar is het voor iedereen duidelijk tot welke doelgroepen de RIZIV-conventie psychologische zorg in de eerste lijn zich richt en hoe men gepast met de juiste informatie kan toeleiden naar psychologische zorg in de eerste lijn.
Daarnaast krijg je een update van waar we staan met de uitrol van de conventie en reflecties vanuit de praktijk van o.a. eerstelijnspsychologen en huisartsen.

Tip: Ben je een doorverwijzer?

Je vindt op de websites van de netwerken Geestelijke Gezondheidszorg de uitleg over het regionale aanbod van eerstelijnspsychologische zorg inclusief contactgegevens. Je vindt linken naar elk netwerk op onderstaande website van het RIZIV.

Interview: sociale woonwijk Paspoel wordt warme en solidaire buurt dankzij Zorgzame Buurten

‘Zorgzame Buurten’ streven naar een solidaire en warme leefomgeving  met een betere levenskwaliteit voor iedereen. Ze zetten in op sociale cohesie en streven naar een geïntegreerde zorg en welzijn. In totaal zijn er 132 projecten lopende over heel Vlaanderen en Brussel tot eind februari 2024.

Het project #Iedereen buitengewoon Paspoel is daar één van. Een waardevol project dat lokaal echt een verschil maakt. Wij gingen het gesprek aan met Evelyne Stassen, schepen van Sociale zaken in Tongeren en lid van de zorgraad, Dr. Luc Hendrix, voorzitter van Eerstelijnszone ZOLim en Brecht Jans, coördinator Buurtgerichte Zorg. Zij vertellen ons meer over de betekenis van Zorgzame Buurten en hun ervaringen met #Iedereen buitengewoon Paspoel.

Zorgzame Buurten, hoe zit het ook alweer in elkaar?

Het zorgzame buurtenbeleid van minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Hilde Crevits, is een onderdeel van het relanceplan Vlaamse Veerkracht van de Vlaamse Regering. Het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) coördineert het beleid.

Om tot duurzame zorgzame buurten te komen, worden de projecten ondersteund via vormingen en coaching door een ad hoc consortium van kennisinstellingen en middenveldorganisaties, onder coördinatie van de Koning Boudewijnstichting. Daarnaast is er nog een flankerend wetenschappelijk onderzoek van het Steunpunt WVG, dat werkt aan een toolbox voor startende zorgzame buurten en aan beleidsaanbevelingen. Het Departement WVG zet zich, samen met de agentschappen en stakeholders, tegelijkertijd in voor het verspreiden van informatie en inspiratie om zoveel mogelijk lokale besturen en welzijns- en zorgorganisaties te ondersteunen in het voeren van een zorgzame buurtenbeleid.

VIVEL is actief als consortiumlid, en ondersteunt samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) de zorgraden en lokale besturen via het leernetwerk Zorgzame Buurten.

Wat betekent het project Zorgzame Buurten voor jullie?

Evelyne: Kort en bondig: een absolute meerwaarde! Het project vertrekt namelijk lokaal en bottom-up, wat een belangrijk uitgangspunt is om het te doen slagen. Ook de sociale cohesie in een buurt wordt hiermee versterkt. Zeker als we naar geïntegreerde zorg willen, is dit project onmisbaar. Ik ben dan ook erg trots op het team dat hiermee aan de slag gaat.

Luc: We vertrekken in een eerstelijnszone vanuit de persoon centraal te stellen, m.a.w. we stellen de noden van het individu voorop. Dat is voor ons echt belangrijk. En meer specifiek zetten we vooral in op kwetsbare mensen die niet eenvoudig toegang vinden tot zorg- en hulpverlening. Zorgzame Buurten helpt hen om hun eigen zorg in handen te nemen. Het project helpt eveneens informele en formele zorg en welzijn samen te brengen.

Brecht: Een zorgzame buurt is een ideaalbeeld van een buurt waar mensen voor elkaar zorgen en langer thuis kunnen leven. Dit kan alleen maar als je kennis hebt over de noden in de buurt, de omgeving en partners op elkaar afstemt en hierop kan inspelen. Zoals Evelyne zegt, kan zo een geïntegreerde zorg gerealiseerd worden.

Wat is het precieze doel?

Evelyne: De zorg naar de samenleving en de samenleving naar de zorg te brengen. Dat is ook waar geïntegreerde zorg voor staat. Als je merkt dat er een goede sociale cohesie is in een buurt waar iedereen op iedereen kan rekenen, kan er ook burenhulp ontstaan. Op die manier verlichten we ook het werk van onze eerstelijnsprofessionals. Een win-winsituatie dus!

Luc: Inderdaad, bruggen slaan tussen (kwetsbare) burgers en lokale verenigingen om zo formele en informele zorg- en welzijn samen te brengen. De essentie ligt in de persoon centraal te stellen en te luisteren naar wat die precies nodig heeft.

Het netwerk actief binnen de eerstelijnszone is bij uitstek geschikt om Zorgzame Buurten mee vorm te geven, maar ook om in de ELZ aan de slag te gaan met de lessen die geleerd worden in de Zorgzame Buurt. De Zorgzame Buurt is de voelspriet van de zorgraad en de zorgraad kan de kweekvijver worden van nieuwe Zorgzame Buurten om de levenskwaliteit van al onze inwoners te verbeteren.

#Iedereen buitengewoon Paspoel is een voorbeeld van een

 Zorgzame Buurten project. Kunnen jullie hier meer over vertellen?

Brecht: Paspoel staat bekend als een sociale woonwijk in Tongeren. Maatschappelijke problemen zoals armoede, vereenzaming en vergrijzing zijn hier niet onbekend. De cijfers liegen er dan ook niet om: velen doen structureel beroep op thuiszorginstanties en er heerst veel armoede. We zijn daarom het proefproject Zorgzame Buurten gestart om enerzijds te luisteren naar de noden van de mensen en anderzijds hen ook te betrekken binnen zorg- en welzijn om op die manier te streven naar een inclusieve, warme en solidaire buurt waar iedereen er voor iedereen is.

Evelyne: Inderdaad. Een samenwerking op buurt, lokaal en zelfs op regionaal niveau is hierbij essentieel. Paspoel kent een goede buurtwerking, maar was nog niet helemaal op elkaar afgestemd. Wij wilden met dit project partners op het terrein bijeen brengen. Zo zijn we met vijf kernpartners rond de tafel gaan zitten en namen we contact op met Eerstelijnszone ZOLim, die vanuit hun netwerkexpertise een belangrijke inbreng hebben. Er werd een buurtsanalyse uitgevoerd in Tongeren om een beter zicht te krijgen op de noden en behoeftes van de burgers. We hebben dan een projectvoorstel ingediend en nu zijn er maar liefst 35 diverse netwerkpartners betrokken in #Iedereen buitengewoon Paspoel! Het concept leeft dus!


Zorgzame Buurten sfeerfoto in het interview

Wat is een buurtanalyse? 

Een buurtanalyse is “een instrument om verbinding te maken én een volledig beeld van de buurt te krijgen. Je gaat na wie en wat al aanwezig is, en komt te weten waar de buurt nood aan heeft. Dit doe je door samen met alle betrokkenen in gesprek te gaan.”[1] Belangrijk is om oog te hebben voor de capaciteiten in de buurt; welke actoren binnen zorg en welzijn én andere partners zijn er aanwezig in de wijk? Welke ruimtes zijn er beschikbaar? Op die manier geeft een buurtanalyse een blik op de partners met wie je kan samenwerken en (op) welke bestaande werkingen je kan verder bouwen. Wil je zelf aan de slag gaan met een buurtanalyse? Bekijk het filmpje over buurtanalyse of lees de brochure van Saamo over zorgzame buurten.

[1] Buurtanalyse | Zorgen voor Morgen

Met welke concrete thema’s zijn jullie aan de slag gegaan?

Brecht: We merkten dat de digitale kloof in Paspoel de toegang tot zorg bemoeilijkte voor kwetsbare burgers en besloten in te zetten op digitale inclusie.

Zo zijn er mensen die geen internet hebben of niet weten hoe ze een online afspraak kunnen maken bij de gemeente. Belangrijk is dan om te kijken naar wie die mensen precies zijn en welke lokale verenigingen er bestaan, en ze met elkaar in contact te brengen. We proberen de eerstelijnsprofessionals op pad te sturen, zodat de burger veel beter en veel directer geholpen kan worden.

Waar liggen de kansen nu dat je sinds kort lid bent van een zorgraad

en dit project van tevoren goed kende?

Evelyne: Alle partners in de eerstelijnszone weten wat er leeft. We mogen de eerstelijnszones zeker dankbaar zijn hiervoor, want zij zijn een belangrijke meerwaarde. Enerzijds door hun groot netwerk waar we verder op kunnen bouwen. Anderzijds is de eerstelijnszone het aanspreekpunt en brengen ze alles in beweging. Binnen de zorgraad is er een cluster inwoners waar burgers in participeren. Dit helpt om bottom-up te werken en goed te communiceren. Ze krijgen zo ook het gevoel dat er effectief geluisterd wordt en dat het niet alleen de politiek is die beslist.

Wat is de rol van een eerstelijnszone over de verschillende projecten

heen m.b.t. Zorgzame Buurten?

Luc: Wij zijn een sterke facilitator. Door ons groot netwerk bezitten we de nodige knowhow. Als netwerkorganisatie zorgen wij ervoor dat we de juiste spelers aan boord hebben. Wij moeten opzoek gaan naar alles wat er gemist wordt in een bepaalde hoek. En dat is iets waar we blijven in groeien.

Vanuit VIVEL volgen we de projecten strategisch en inhoudelijk op. We sporen goede praktijken op, maar beluisteren ook waar zorgraden tegenaan lopen op het terrein. Zo kunnen we onze ondersteuning nog beter afstemmen. We geloven dat netwerken en uitwisseling tussen de projecten en de zorgraden een meerwaarde kunnen opleveren voor iedereen

Wat zijn de uitdagingen van dit project?

Evelyne: De verduurzaming is zowel het gedroomde resultaat als de uitdaging. We faciliteren veel, maar het is nog zoeken hoe we de concrete acties in de praktijk kunnen omzetten. Dat verreist een innovatieve houding.

Luc: Dat klopt, daarvoor moet je het project vanuit een totaalbeeld benaderen. Verduurzaming verreist daarnaast ook politieke goodwill en financiering. Een project dooft na het eindtermijn vaak uit. Veel hangt dus af van de draagkracht binnen de politiek voor een project.

Welke tips geven jullie tenslotte graag mee om te werken aan

projecten rond buurtgerichte zorg?

Luc: Durf out of the box te denken. Start eerst en vooral met een buurtanalyse en werk bottom-up. Luister naar de noden en vragen van de burger en probeer ze niet een product te verkopen.

Evelyne: Leer van elkaar en versterk elkaar. Het lokaal uitdragen is inderdaad een hele belangrijke. We moeten het warm water uiteindelijk niet uitvinden. We hebben zorgraden, maak daar gebruik van.

Save the date!

Geprikkeld door het concept zorgzame buurten? Ga dan in jouw provincie langs voor een inspiratiemoment!

20 april: Limburghallen – Genk, Limburg

24 april: Elisabeth Center – Antwerpen, Antwerpen

2 mei: Zebrastraat – Gent, Oost-Vlaanderen

8 mei: Maison de la Poste – Brussel, Vlaams-Brabant & Brussel

16 mei: Congresgebouw – Brugge, West-Vlaanderen

Inschrijven is mogelijk vanaf 9 maart via deze link. Stay tuned!

Publicatie rapport: “Bevraging uitrol RIZIV-conventie psychologische zorg in de eerste lijn”

VIVEL is in oktober 2022 gestart met een bevraging rond de uitrol van RIZIV Conventie Psychologische Zorg in de eerste lijn waar alle 60 eerstelijnszones aan hebben deelgenomen. De resultaten van deze bevraging zijn nu in een rapport gepubliceerd. De vraag kwam van Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (VAZG) en de FOD Volksgezondheid binnen de VIVEL projectgroep Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ): RIZIV Conventie Psychologische zorg in de eerste lijn. In deze projectgroep is er afvaardiging vanuit Zorgnet Icuro, VAZG, diensten maatschappelijk werk ziekenfondsen, Steunpunt mantelzorg, FOD Volksgezondheid en VIVEL en vragen we ook telkens naar vertegenwoordiging vanuit VVSG en het kenniscentrum LUCAS (KU Leuven).

Waarom een bevraging?

De redenen van deze bevraging waren om enerzijds zicht krijgen op de lokale samenwerking tussen de eerstelijnszones en de netwerken geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Anderzijds om een beeld te hebben over het verloop van de uitrol van de conventie op niveau van de eerstelijnszones. 

Wat werd er precies bevraagd aan de eerstelijnszones?

De eerstelijnszones kregen de tijd van oktober tot december 2022 om via het digitaal communicatieplatform van VIVEL een 12-tal vragen te beantwoorden met betrekking tot:

  • Het overleg tussen de zorgraad van de eerstelijnszone en de lokale netwerkcoördinatoren van de netwerken GGZ
  • Tevredenheid over de onderlinge samenwerking
  • De agendapunten van het overleg tussen zorgraden en lokale netwerkcoördinatoren en de effectieve acties vanuit de zorgraden.
  • De samenwerking tussen de actoren in zorg en welzijn in de eerstelijnszone op vlak van eerstelijns psychologische hulp en bijhorende acties vanuit de zorgraden om de samenwerking te bevorderen en te ondersteunen

Welke resultaten leverde de bevraging op?  

  • Er is duidelijk blijk van een positieve samenwerking tussen zorgraden en netwerken die kwalitatief en efficiënt verloopt. Reeds bestaande samenwerkingen zijn daarbij geïntensifieerd door de conventie
  • De agendapunten zijn relevant en stemmen overeen met de visie en uitrol van de conventie
  • Samenwerken op hetzelfde kantoor één keer in de week is bevorderend voor de samenwerking

Wat zijn de volgende stappen?

De resultaten staan uitgebreid in dit rapport en zijn een belangrijke basis voor de leden van de VIVEL projectgroep GGZ om zowel de eerstelijnszones en de netwerken GGZ als hun onderlinge samenwerking te ondersteunen en faciliteren. Deze resultaten worden komende maand gepresenteerd op het begeleidingscomité van het RIZIV.

Uit deze bevraging zijn er ook aandachtspunten voortgevloeid die eveneens in het rapport te vinden zijn.

Save the date: Webinar op 25 april 2023

Op 25 april organiseert de projectgroep GGZ een webinar voor eerstelijnsprofessionals (zoals huisartsen, OCMW’s,…) over de doelgroepen van de conventie en hoe je met de juiste informatie psychologische zorg binnen de eerste lijn kan realiseren. Registreer je nu hier voor het webinar Psychologische Zorg in de eerste lijn: de kracht van samenwerking – VIVEL

Toolbox RIZIV-conventie op VIVEL Academie

Heb jij al kennisgemaakt met de toolbox RIZIV-conventie? Neem dan snel een kijkje! Deze toolbox is er voor alle eerstelijnsprofessionals binnen de psychologische zorg. Je vindt er info over hoe je de zorg van jouw patiënten/cliënten kan versterken die een nood hebben aan psychologische zorg in de eerste lijn, wat de RIZIV-conventie precies inhoudt en de rol van eerstelijnszones en netwerken GGZ hierin.

Opleidingstraject ‘organisatienetwerk’ in de kijker

Een snel veranderend landschap in combinatie met complexe uitdagingen? Dat is waar zorgraden voor staan. We detecteren dan ook meer en meer de nood aan kaders en ondersteuning om te groeien als organisatienetwerk. Daarom zette VIVEL in samenwerking met Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en Over de Muur een opleidingstraject op poten, gericht naar de medewerkers en bestuurders van de zorgraden. Enerzijds willen we een theoretisch kader en gedeelde taal aanbieden, anderzijds willen we de zorgraden samenbrengen en hen diverse methodieken aanleren om de theorie om te zetten in praktijk. 

Wat is een organisatienetwerk?

Prof. dr Patrick Kenis en prof. dr. Joris Voets (beide onderzoekers en experten binnen de sectie organisatie-ontwerp en samenwerkingsverbanden) geven als definitie: “Organisatienetwerken verbinden en delen informatie, middelen, activiteiten en competenties van soevereine en unieke organisaties om samen een outcome te bewerkstelligen die geen van de organisaties afzonderlijk tot stand kan brengen.”

Anders gezegd: samen brengen, samen werken, verbinden, delen en verstreken om vooruit te gaan.

Als zorgraad zijn we te klein om zo’n opleiding zelf te organiseren. Ik ben heel blij dat VIVEL dit op zich neemt en overkoepelend trekt. Dit is een goede manier om ons te kunnen ondersteunen. VIVEL is ook heel bereikbaar en staat ook open voor onze feedback vanuit de zorgraad.

Service design creëert unieke dienstverlening

Om denkprocessen in een organisatienetwerk vorm te geven wordt er vaak gewerkt volgens de principes van service design. Service design is het plannen en organiseren van mensen, infrastructuren, communicatie en materiële componenten van een service. Het is een holistische benadering gericht op de end-to-end service ervaring via alle kanalen en op alle contactmomenten, vanuit het perspectief van een klant en de organisatie. Om op deze manier een unieke dienstverlening te creëren.

Anders gezegd: service design is het verbeteren van je diensten terwijl je je verplaatst in je doelgroep.

Wat houdt het opleidingstraject in?

Op 26 september 2022 gaven we de aftrap van het opleidingstraject “de zorgraad als organisatienetwerk”. Na het plenaire startmoment volgen 3 sessies, waarbij we op provinciaal niveau de opgedane kennis en handvaten oefenen. Dit vindt plaats in de tijdspanne van oktober 2022 – maart 2023. Nog in maart vindt een specifieke sessie voor bestuursleden van zorgraden plaats.

Ter afronding van dit opleidingstraject worden in mei twee praktijkmomenten georganiseerd, waar de deelnemers met concrete casussen aan de slag gaan en de tools uit de opleiding gebruiken. Dit is natuurlijk niet het einde van het verhaal. Het hervormingstraject ‘Slagkrachtige zorgraden’ legt veel nadruk op de zorgraad als organisatienetwerk. Vanuit VIVEL zullen we dus zeker verder ondersteuning en inspiratie blijven aanbieden over dit thema.

Nieuwe brandingscampagne Careēr wil werken in zorg en welzijn aanmoedigen

Eind januari werd de campagne Careēr gelanceerd door Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Hilde Crevits samen met de Vlaamse zorgambassadeur Candice De Windt en de sociale partners. Deze campagne wil mensen in Vlaanderen stimuleren om te kiezen voor een job in de zorg- en welzijnssector. Een grote en ambitieuze campagne om het tekort aan werkkrachten in de zorg- en welzijnssector tegen te gaan. Momenteel staan er zo’n 7000 vacatures open, 3500 voor zorgkundigen en verpleegkundigen, 1000 in de kinderopvang en 700 als opvoeder.

Careēr helpt om de sector meer zichtbaarheid te geven. De eerste fase van deze campagne loopt tot 2024. Er wordt dan ingezet op 6 knelpuntberoepen: verpleegkundige, persoonsbelegeider (opvoeder), kinderbegeleider, logistiek assistent, verzorgende en zorgkundige. In de tweede fase ligt de focus op minder voor de hand liggende functies. 

Voor wie?

Deze campagne richt zich op iedereen die professioneel aan de slag wil gaan binnen zorg- en welzijn: mensen zonder of weinig werkervaring, net afgestudeerden binnen zorg en welzijn en mensen die een carrièreswitch willen maken.

Campagne helpen in de kijker zetten?

Wij kunnen allemaal ons steentje bijdragen om deze campagne mee onder de aandacht te brengen. Deel de posters via je eigen kanalen of sociale media. Download hier het communicatiemateriaal.

Interview met zorgambassadeur Candice De Windt

Candice De Windt schaart zich als zorgambassadeur ook achter deze campagne. Ben jij benieuwd naar wie Candice De Windt is en wat ze precies doet voor de eerste lijn? Lees dan zeker het exclusief interview met haar in de volgende nieuwsbrief van VIVEL. Stay tuned!

#CAVAsa project met 1 jaar verlengd

#CAVAsa is een samenwerkingsproject tussen het CAW (Centrum Algemeen Welzijn) en VAN (Vlaams Apothekers Netwerk) met als doel dat apothekers mensen met psychosociale hulpvragen vlotter door te verwijzen naar de diensten van het CAW of elders. Dit kan gaan over allerhande psychosociale hulpvragen zoals stress, financiële moeilijkheden en gezinsproblemen. Tijdens de coronacrisis bleek dat apothekers soms het aanspreekpunt waren voor burgers die niet altijd de weg vonden naar gepaste hulp, en met dit project spelen de partners hierop in.

Wat houdt het project in?

Concreet informeert de huisapotheker de persoon over de werking van het CAW en kan deze de persoon ook rechtstreeks in contact brengen met het CAW. Het gaat erom de vraag te detecteren, de persoon correct door te verwijzen en informatie te verstrekken.

#CAVAsa met 1 jaar verlengd

Afgelopen jaar waren er bijna 250 interventies vanuit de apotheken en werden er verschillende praktijkavonden georganiseerd. Daarom wordt het project in maart voor 1 jaar verlengd, daar maakt minister Crevits een nieuw budget voor vrij. De bedoeling is om het project verder uit te breiden naar meerdere apothekers en zorgraden die interesse hebben hierin. Er wordt nog bekeken of er andere focussen gelegd kunnen worden.

VIVEL breekt uit: op bezoek bij CAW

‘VIVEL breekt uit’ – een kennismakingsproject – waarbij VIVEL partners binnen het zorg- en welzijnslandschap beter leert kennen door letterlijk op bezoek te gaan en ervaringen uit te wisselen. Want dat is waar VIVEL voor staat: verbinden en versterken.

Zo brachten we vorige week een bezoekje aan CAW, het Centrum Algemeen Welzijnswerk. Dit resulteerde in een boeiend en inspirerend gesprek over de manier van werken en de betrokkenheid binnen gezondheidsthema’s vanuit het CAW.

Wat is het CAW?

Het Centrum Algemeen Welzijnswerk is er voor iedereen met een hulpvraag over welzijn. Dat kan gaan van persoonlijke, financiële en juridische problemen tot dader- en slachtofferhulp. Zij hebben ook een eigen jongerenwerking JAC voor jongeren tussen 12 en 25 jaar voor allerhande hulpvragen rond bijvoorbeeld geld, drugs en familiale problemen.

Ben jij benieuwd naar waar CAW nog mee bezig is? Je vindt meer informatie op hun website.

 

De ontmoeting met CAW verliep constructief. Er was ruimte om zowel op een formele als informele manier informatie uit te wisselen. We zullen elkaar nu sneller vinden om toekomstige uitdagingen samen aan te gaan.

CAW in de eerste lijn

Het CAW is vertegenwoordigd in alle eerstelijnszones. Door hun laagdrempelige en toegankelijke vorm hebben ze een breed netwerk uitgebouwd. Ze verwijzen op die manier gerichter naar de juiste partners om hulpvragen op te lossen.

CAW en VIVEL hebben ook samengewerkt voor de webinarreeks intrafamiliaal geweld. Zij spraken in de webinars over hoe zij slachtoffers van intrafamiliaal geweld opvangen.

Waarom VIVEL breekt uit?

We willen met ‘VIVEL breekt uit’ een stap verder zetten in onze samenwerking met onze partners door elkaar op een betere manier te leren kennen met een werkbezoek bij onze partners. Hierdoor willen we op een constructieve en leerrijke manier een nog meer kennis te verwerven over elkaars werking en nog beter in te spelen op de noden.  

Nieuw in de toolbox ‘RIZIV-conventie: psychologische zorg in de eerste lijn’: communicatiemateriaal op maat

In de toolbox ‘RIZIV-conventie: psychologische zorg in de eerste lijn’ op de VIVEL Academie vind je info die je als zorg- en welzijnsprofessional helpt bij de implementatie van de RIZIV-conventie psychologische zorg in de eerste lijn.

Wat vind je terug in deze toolbox?

  • wat de RIZIV-conventie psychologische zorg in de eerste lijn is, en de rol van de netwerken geestelijke gezondheidszorg en de eerstelijnszones hierin;
  • hoe je de zorg voor jouw patiënten/cliënten die nood hebben aan psychologische zorg op de eerste lijn kan versterken.

Sinds kort vind je in de toolbox ook communicatiemateriaal voor de implementatie rond de conventie. Via social media posts en flyers op maat van burgers, psychologen/orthopedagogen en verwijzers, kan je nu helpen sensibiliseren over het aanbod eerstelijnspsychologische zorg in jouw regio.

Bekijk de toolbox op de VIVEL Academie. Opgelet, om de opleiding te volgen moet je je aanmelden op VIVEL Academie en eenmalig inschrijven.

Wil jij ook een lokale multidisciplinaire samenwerking rond psychologische zorg in de eerste lijn opzetten?

We werken vanaf januari 2023 met Domus Medica, de Vlaamse Vereniging voor Klinisch Psychologen (VVKP) en CAW aan nieuw opleidingsmateriaal. We ontwikkelen een lokale module, waarin een duo huisarts-klinisch psycholoog/orthopedagoog samen exploreren hoe psychologische zorg in de eerste lijn vorm kan krijgen. Naast het leren kennen van elkaars denkkaders, rollen en verwachtingen, zet de module in op vaardigheden om samen met de patiënt een traject uit te werken. Wordt vervolgd!